Het is donderdag 4 mei, half negen ’s avonds. Na de dodenherdenking stroomt het publiek de Zeeuwse Concertzaal binnen. Het podium is dan al tjokvol: het Holland Symfonie Orkest met daarachter de ruim zeventig leden van de Koninklijke Oratorium Vereniging (de KOV). Het geroezemoes in de zaal gaat over in applaus als soliste en dirigent het podium betreden. Het grote moment is daar. Na een half jaar intensief repeteren laat het koor horen wat het in huis heeft. Even is het onwerkelijk stil. Dan klinken de eerste betoverende tonen van het Requiem van Karl Jenkins.

“Een voorrecht om dit te mogen zingen”, vindt een van de koorleden. “Mysterieus en schrijnend af en toe, maar ook blij en hoopvol.”

De Middelburgse KOV is een van de oudste koren van Nederland. Al meer dan 180 jaar delen de leden de passie voor het samen zingen van grote koorwerken. “Na mijn schoolexamen mocht ik lid worden van het koor. Dat was in 1964. Tot eind vorig jaar heb ik in alle uitvoeringen meegezongen. Het zullen er meer dan honderd zijn.”

Jaarlijks brengt de KOV in november een groot concert. Messiah van Händel, Stabat Mater van Schubert, Oratorium Paulus van Mendelssohn, om er een paar te noemen. Elke twee jaar zingt het koor op Goede Vrijdag de Johannes Passion van Bach, het andere jaar op 4 mei een requiem. Dit jaar dus van Karl Jenkins, een moderne componist.

“Denk eraan, mensen! Elk woord moet herkenbaar blijven, en toch moet het één vloeiend geheel zijn”, aldus de dirigent bij de generale repetitie. Je hoeft geen groot muzikaal talent te zijn om in de Oratorium Vereniging te zingen. Maar het vereist wel discipline: dagelijks oefenen op de eigen partituur, soms extra zanglessen volgen en wekelijks samen repeteren. Voor de meeste leden is het koor dan ook meer dan muziek alleen. Sociaal werker: “Het brengt al dertig jaar rust in mijn drukke, soms chaotische bestaan.” Oorlogsveteraan: “In Bosnië en Kosovo heb ik naast goede ook moeilijke dingen meegemaakt. Samen zingen werkt helend.” “Het koor was de leidraad in mijn leven”, aldus de vrouw die ruim 52 jaar lid was. “Zingen houdt een mens op de been, in blije en droeve dagen.”

Dirigent Arno van Wijk studeerde orgelmuziek aan het Utrechts Conservatorium. Hij is vaste organist van de Grote of Maria Magdalenakerk in Goes en stadsorganist aldaar. Als dirigent bekwaamde hij zich bij de bekende koorpedagoog Joop Schets. “Muziek is mijn leven, maar ook mijn werk. Ik kijk en luister anders dan de koorleden. Ik zorg voor de verbindingen tussen koor en partituur, tussen de stemmen onderling, tussen compositie en uitvoering.” Afwisseling en vernieuwing zijn voor de dirigent van groot belang bij de keuze van het repertoire. “Ook nieuwe werken verdienen het om uitgevoerd te worden.” Door de koorleden wordt dat erg gewaardeerd: “Geweldig, het lef om meer te brengen dat het doorsnee repertoire.”

In mei zijn meteen de repetities begonnen voor het volgende concert: de Hohe Messe van Johann Sebastian Bach, de ‘heilige graal van de koormuziek’, aldus de dirigent. Geen nieuw werk, integendeel, maar wel gewaagd. Het is voor het eerst dat het koor dit stuk uitvoert. En dat is niet voor niets. De Hohe Messe is een van de grootste meesterwerken in de klassieke muziek, maar ook een van de moeilijkste, met duizelingwekkend complexe meerstemmige koorzang. De Koninklijke Oratorium Vereniging legt de lat hoog, als altijd.

De Hohe Messe wordt op zaterdag 25 november uitgevoerd op KOV’s thuisbasis, de Zeeuwse Concertzaal, die een eeuw geleden mede door deze vereniging werd opgericht.

Tekst: Kees van de Ven in het Magazine I van de Zeeuwse Concertzaal