Ons project met het Requiem voor Auschwitz, was een groot succes, waar we nog even nog wat van kunnen nagenieten met de de volgende stukjes.

de componist van het Requiem, “Moreno Ratgeb”

Onderzoek naar “Het Requiem” in onze cultuur

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Martin Hoondert, universitair docent ‘Muziek, Religie & Ritueel’ aan de Universiteit van Tilburg. Hij heeft bij ons Requiemconcert meegezongen als project lid. De uitkomst (scriptie/verslag)zal aan het eind van dit jaar gepubliceerd worden.

Opleiding: “Muziek, Religie en Ritueel”

Vroeger was deze opleiding vooral gericht op kerk en geloof. Tegenwoordig gaat het over zingeving in het algemeen, de drijfveren achter de keuzes die mensen in hun leven maken. Je hoeft dus niet religieus te zijn om deze studie te doen.

Mijn vak ging nog niet zo lang geleden alleen over liturgische muziek. Inmiddels heeft het een bredere invulling. Het gaat nu over de rituele functie van muziek, binnen de kerk en daarbuiten. Denk bijvoorbeeld aan christelijke popmuziek, zoals je die ziet op de EO Jongerendag. Dat genre is heel populair. In mijn vak onderzoeken we hoe dat komt en wat die muziek doet met mensen.

Een ander voorbeeld is muziek die bij uitvaarten wordt gedraaid, van requiems tot De Vlieger van André Hazes. Daar doe ik zelf onderzoek naar. Ik vind het een fascinerend onderwerp: hoe komt het dat een liedje op een begrafenis mensen heel diep raakt, terwijl ze er normaal misschien een hekel aan hebben?

Niet alleen mijn vak, maar de hele studie heeft een bredere invulling gekregen. Vroeger was de opleiding vooral gericht op kerk en geloof. Tegenwoordig gaat het over zingeving in het algemeen, de drijfveren achter de keuzes die mensen in hun leven maken. Je hoeft dus niet religieus te zijn om deze studie te doen.

Wel moet je nieuwsgierig zijn naar wat mensen beweegt. Waarom kiest iemand bijvoorbeeld voor een baan in de zorg? Wat spreekt mensen aan in kunst? Hoe werken waarden en normen door in maatschappij, politiek en bedrijfsleven?

De kracht van religiewetenschappen vind ik dat je wordt opgeleid om zelf ingewikkelde vraagstukken te analyseren en te verklaren. Dat is ook nodig, want zingevingsvragen veranderen in de loop van de tijd. Religiewetenschappen is geen stilstaand vak. Dat maakt het misschien wel het allerleukst.

Onderzoek naar het Requiem in onze cultuur

Vanuit de Universiteit van Tilburg verricht ik onderzoek naar het Requiem in onze cultuur. In het kader van dit onderzoek nam ik deel aan het project ‘Requiem voor Auschwitz’. Ik mocht deelnemen aan enkele repetities, was aanwezig bij het concert in Aardenburg en interviewde componist Roger Moreno Rathgeb. Waarom dit onderzoek, wat wil ik eigenlijk weten?

Het Requiem is een vorm, die van oudsher verbonden is met de liturgie van de rooms-katholieke kerk. Al vanaf de negende eeuw wordt het Requiem gezongen bij uitvaarten. Vanaf de 15e eeuw schrijven componisten meerstemmige zettingen. Het Requiem wordt nog steeds gezongen in de kerk (gregoriaans of meerstemmig), maar het is ook een op zichzelf staande vorm geworden die een rol speelt in het concertleven. Het Requiem is als het ware verhuisd van kerk naar concertzaal en componisten gaan vrij met de tekst om. Je zou kunnen zeggen dat het Requiem van een christelijk ritueel geworden is tot een algemeen statement over dood en leven. Door onderzoek te doen naar de manier waarop hedendaagse componisten omgaan met het Requiem krijgen we inzicht in de manier waarop de dood, en wellicht ook leven na de dood, een rol speelt in onze cultuur.

Nu is het Requiem voor Auschwitz een heel bijzonder Requiem, omdat de componist niet zozeer een statement maakt over de dood, maar omdat hij aandacht wil vragen voor vergeten slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog: de Sinti en de Roma. Je zou zijn Requiem als een aanklacht kunnen beschouwen, een moreel appèl om de Sinti en de Roma op te nemen in onze herinneringscultuur. Tegelijkertijd verklankt hij in zijn Requiem de verschrikkingen van Auschwitz (duidelijk hoorbaar in het Dies irae) en de hoop op bevrijding (hoorbaar in het Libera me). Het Requiem voor Auschwitz krijgt door de titel en het verhaal van de componist een eigen lading, een eigen boodschap: het is een aanklacht, een oproep tegen het vergeten en een verklanking van wat dood met mensen doet.

Mijn onderzoek naar het Requiem voor Auschwitz staat in het kader van een groot onderzoeksproject naar zogenoemde herinneringspraktijken na oorlogen, rampen, genocide en schendingen van mensenrechten. Onderliggende vraag is: welke herinneringspraktijken dragen bij aan het herstel van verhoudingen, de opbouw van een land of sociale groep enz.? In augustus van dit jaar zal ik deze casus en mijn bevindingen presenteren op een groot congres in Erfurt. Daarna werk ik de casus uit in een artikel. Veel dank dat ik mocht deelnemen aan de repetities. Ik houd jullie op de hoogte van de publicaties en wellicht kom ik over een tijd nog eens langs bij een volgend Requiemproject.

Voor vragen of opmerkingen: m.j.m.hoondert@tilburguniversity.edu.

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Opmerkingen uit het suppoostenboek:

  • veel boekjes verkocht van Ron Glasbeek
  • veel buitenlanders, zoals Canadezen die soms hun “roots” terugvonden (Evertsen), Amerikanen die zeer geïnteresseerd waren in het bombardement van M’burg, Zuid-Afrikanen die alles wilden weten…
  • bezoekers die kwamen nadat ze de scholentour van Moreno Ratgeb hadden gehoord
  • een Norbertijner monnik, die alles wist van het voormalige klooster, maar niks over de “Sinti-kunst”
  • film van Ron Glasbeek werd goed bekeken
  • soms problemen met beamer, toiletmunten, koffiezetapparaat, stadsgidsen die erg de aandacht vroegen, schilderijen die waren weggehaald en niet op de goede plaats terug waren gehangen…

Alles bij elkaar een heel leuk initiatief met veel aandacht voor ons koor en het project, waarbij ook de onderlinge verhoudingen van koorleden weer is versterkt!

Laatste opmerking i.v.m. onze Requiem concertreeks:

Ons koor werd versterkt door 4 gastzangers; 2 mannen en 2 vrouwen. Misschien zien we ze nog eens bij een volgend project?

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.

Wat is het Weihnachts-Oratorium?

Omdat we direct na ons Requiem zijn begonnen met de repetities voor ons volgend concert met het Weihnachts Oratorium, dacht ik dat het jullie misschien wel prettig zouden vinden om er wat meer over te lezen

Een korte inleiding op het Weihnachts Oratorium.

Bach schreef zijn vocale kerkmuziek vooral in de eerste vijf jaren na zijn benoeming tot Thomascantor in Leipzig (1723): wekelijks een nieuwe cantate en daar tussendoor het Magnificat, de Johannes-en Matthäuspassion, motetten etc. Pas in 1734 componeerde hij, na het Oster-en Himmelfahrts-Oratorium, zijn Weihnachts-Oratorium (WO). Dit is een verzameling van zes cantates voor de zon- en feestdagen van Eerste Kerstdag 1734 tot en met Driekoningen 1735, die Bach zelf expliciet beschouwde als een ‘oratorium’, een sacraal muziekstuk dat op een doorlopende handeling is gebaseerd, waarvan een Evangelist verslag doet. Maar een integrale uitvoering op één avond, hoewel het werk korter is dan een Hohe Messe of een Matthäus-Passion heeft Bach nooit beoogd; hij voerde het uit in zes afleveringen, als een feuilleton.

De meeste koren en aria’s zijn bewerkingen van eenmalige, niet-religieuze feestcantates die Bach de voorgaande jaren met zijn Collegium Musicum in café Zimmermann had uitgevoerd ter gelegenheid van gebeurtenissen (geboorten, verjaardagen etc.) aan het koninklijk/keurvorstelijk hof te Dresden. Vermoedelijk had Bach reeds tevoren met zijn tekstdichter Picander afgesproken deze vluchtige gelegenheidscomposities opnieuw te gebruiken (te parodiëren) met een religieuze tekst om ze een meer blijvende plaats in het liturgisch repertoire te geven.

Tussen de openings-en slotkoren van de afzonderlijke delen staan steeds vier soorten tekst, met hun karakteristieke muzikale vormen, en meestal in deze volgorde:

  1. a) lezing: het Bijbelverhaal, de ruggengraat van het WO, voorgedragen door de Evangelist, een tenor, als secco-recitatief d.w.z. slechts begeleid door continuo.

Sprekende groepen treden op in groepskoren (turbae) in oude motetstijl: engelen (nr.21), herders (nr.26), wijzen (nr.45).

  1. b) uitleg: het accompagnato-recitatief: vrije poëzie, metrisch en berijmd, die de evangelietekst interpreteert, voor een solist met begeleidende instrumenten.
  2. c) bezinning: aria’s voor solisten en instrumenten, eveneens op vrije poëzie, waarin de individuele gelovige de existentiële betekenis van het voorafgaande overweegt.
  3. d) bevestiging: koralen, op tekst en melodie uit de Leipziger gezangenbundels maar in Bachs harmoniseringen: de christelijke gemeente belijdt haar geloof.

Deze vier tekst-niveaus dienen Bachs doel: geen historiserend drama maar een actualiserende muzikale verkondiging van de in het gebeuren besloten geloofsinhoud.

De eerste cantate

Deze bestaat uit twee scènes, die respectievelijk de verwachting (advent) van een Messias en de geboorte van Jezus behandelen. De bovengeschetste onderdelen komen er mooi geordend tweemaal voor: 1e scène, (verwachting) 2e scène, (vervulling)

  1. a) lezing recitatief; evangelist met basso continuo (no.2. Es begab sich aber, en no.6 Und sie gebar)
  2. b) uitleg recitatief met begeleiding (no.3. Nun wird mein liebster, en no.7. Er ist auf Erden kommen)
  3. c) bezinning in de aria (no.4. Bereite dich Zion en in no.8. Großer Herr)
  4. d) bevestiging door koraal (no.5. Wie soll ich dich empfangen en no. 9. Ach mein herzliebes)

No 1. Openingskoor en koralen 5, 7, 9.

Een openingskoor een groot oratorium waardig, veel omvangrijker dan van een cantate en met het volledige instrumentarium. Hier geen zoete kerststemming maar trompetten die – destijds pas kortelings in het orkest geintroduceerd – koninklijke grandeur en goddelijke heerschappij symboliseren. De instrumentale inleiding, met zijn opmerkelijke solopartij voor de paukenist en daarop volgende inzetten van trompetten en strijkers, volgt letterlijk de tekst, zoals ook het middendeel door het koor wordt gedomineerd. Na dit gedeelte in mineur-toonsoorten (b-klein, fis-klein) keert het stralende begin (D-groot) weer terug (dacapo).

*) Dat Bach in het netschrift van de WO-partituur aanvankelijk de tekst Tönet ihr Pauken! Erschallet, Trompeten! van het parodiemodel cantate 214 noteerde, kan niet (zoals in de Bachausgabe verondersteld wordt) op een vergissing berusten, omdat hij dat niet slechts een enkele keer bij vergissing deed (zoals bij parodiëren vaker gebeurt), maar systematisch en op alle plekken waar die tekst voorkomt. Men kan erover speculeren waarom hij deze tekst later verving door het tot voor kort gebruikelijke maar veel slechter met de muziek corresponderende “Jauchzet! frohlocket!” De musicologische onzekerheid die Kees van Houten creëerde met zijn boek Tönet ihr Pauken, (2009) geeft dirigenten de vrijheid de beste tekst te kiezen.

Koraal 5

In deemoedige verwachting bekent de christelijke gemeente (ich) haar onvermogen Christus passend te ontvangen. De melodie van dit eerste koraal keert terug in het slotkoraal van het gehele Weihnachts-Oratorium, waarmee Bach een grote accolade om het hele werk zet. De melodie is bij ons als adventslied bekend.

Koraal 7

Plotseling hebben we de mineur-toonsoorten achter ons gelaten. In het na de evangelielezing te verwachten accompagnato-recitatief geeft de bas uitleg over de betekenis van Gods menswording. Zijn meditatieve toelichting is ingebed in een koraal van de christelijke gemeente die zich haast om, nog voor ze eigenlijk aan de beurt is, haar eerbiedige aarzeling van ‘Hoe zal ik u ontvangen’ te verwisselen voor de uitgesproken positieve erkenning van deze grote gebeurtenis. De koraalmelodie hoort u straks terug in deel III

Koraal 9

Behalve Deel III eindigen alle delen van het Weihnachts-Oratorium met een slotkoraal, net als Bachs cantates. Anders dan daar zijn ze hier meestal rijk georkestreerd, met instrumentale tussenspelen waarin de sfeer en de thematiek van het beginkoor terugkeert. In dit koraal contrasteert de uitbundigheid van de tussenspelen nogal met de tamelijk intieme tekst van dit dertiende couplet van het kerstkoraal “Vom Himmel hoch da komm ich her”

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Er zijn verschillende leden van ons koor die graag alleen op pad gaan. Om te zeilen bv. (René Nagelkerke), maar ook wandelen langs een pelgrimsroute is populair. Ted Voetman heeft daar al eens verslag van gedaan, maar ook Tanja Harpe maakte zo’n pelgrimage. Hier volgt haar verslag.

Tanja Harpe, “Pelgrimage”

En zo begon het: drie jaar geleden organiseerde een vriendin een groepsreis naar Santiago.

“Ik wil wel mee”, zei ik en zo betrad ik het Spaanse pelgrimspad voor de eerste keer, met dagrugzak en gereserveerde plekken onderweg.
Veel alleen gelopen –mooie ervaringen- en ’s avonds was er altijd weer de groep.
“De Camino (pelgrimspad) kun je ook zonder groep lopen”, zei een Duitse vrouw op een terras. Die opmerking was het begin van …gaan!
Maar nog niet over de Pyreneeën in m’n eentje, dus eerst -2012- het middendeel van
Logroño naar Léon, daarna (2013) in de bloedhete zomer, -nooit doen maar ja, eerst de concerten- over de Pyreneeën. Alleen dus en dat jaar vond ik dat het nu maar eens helemaal ‘echt’ moest want er is onmiskenbaar verschil tussen toerist en pelgrim.
En misschien is dat verschil wel ‘vertrouwen’ en ‘niet weten’.
Niet weten waar je terechtkomt, of er dan wel plaats is in de herberg. Vier weken vrijheid, alleen maar lopen, eten, slapen.

Ik vond het spannend; alle ongerustheden over de zwaarte van de rugzak, verdwalen, enge honden en nog wat meer ondefinieerbare angsten zoals ‘herberg vol’ kwamen langs.
De eerste dag liep ik meteen veel kilometers (goed getraind in de duinen) en besloot toch maar te bellen voor een bed. Telefoontje in het Engels en het was o.k.

Toen ik aankwam, stond er een bord op het gebouw: Se Vende= te koop. Alles was dicht en niemand te bekennen. Onbegrijpelijk maar misschien wel de eerste les van de Camino: gij zult niet reserveren.
Ik liep verder naar het stadje en daar was het eerste warme welkom in de herberg wat zich nog vaak hartverwarmend zou herhalen.
Ik kreeg zelfs een nieuwe stok omdat de mijne ‘kaput’ was. Lieve mensen met bijzondere verhalen, ontroerende ontmoetingen, anderhalve week regen, ook veel zon, pittige hoogten en diepten (innerlijke spiegel), met voeten op vleugels (geen blaren!!).

In Santiago kreeg ik mijn Compostella (pelgrims diploma) en omdat het dit jaar 800 jaar geleden is dat Franciscus werd geboren, heb ik nog een 2e, extra mooie
Compostella gekregen. Na Santiago en de pelgrimsmis met Butafumeiro – het grote wierookvat dat door de kathedraal heen en weer gaat, waarbij het me altijd raakt als iedereen elkaar ‘pace’/vrede wenst – ben ik naar  Finisterre gelopen waar ik mijn 3e   Compostella kreeg, en tenslotte heb ik nog ultiem genoten in Muxia aan de Costa Morte.

Vertrouwen, geduld en leren dat in ieder mens iets moois te vinden is: de Camino heeft me weer een stukje dichter bij de essentie gebracht…en: ik heb drie diploma’s !]

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Els Rijken - KOV lidEls Rijken.  Els Rijken maakte een artikeltje over de stemvorming die we – door de financiering door het Imanse-fonds –  mochten bezoeken.

Stemvorming à la Rob van der Meule (via de techniek van Cathrin Sadolin; Complete Vocal Technique)

 Vanaf november kwamen we als koor bij elkaar om van Rob van der Meule deze techniek van Cathrin Sadolin te leren. Rob heeft bij deze zangpedagoge lessen gevolgd, en heeft ook haar boek bestudeerd en een diploma gehaald om deze techniek door te geven. Eén keer kwamen we met alle stemgroepen bij elkaar en daarna nog 3 keer met de stemgroepen apart.

De methode bestaat uit 3 basisprincipes:

Het belangrijkste principe is: ademsteun

Zonder ademsteun kun je geen klank maken, kun je niet op toon blijven, en heb je geen volume. Hoe krijg en houd je ademsteun???

Adem tegenhouden door middenrif laag te houden, ribben breed te maken,

buik rond de navel in te trekken, rugspieren aan te spannen, en je billen samen te knijpen.

Dit alles in één doorgaande beweging!!

Zingen is: uitademen, niet inademen!11

Dan zijn er verschillende manieren om je stem te gebruiken, waarbij je steeds als uitgangspunt moet nemen wat voor soort muziek je gaat zingen, en welke stemsoort je gebruikt.

“Neutral”: een zachte manier van zingen, weinig klank, volume, en moeilijk om toon te houden.

“Curbing”; iets metaliger zingen; denk er maar aan hoe je “AU!” roept.

Bovenstaande 2 termen worden vooral gebruikt in de klassieke zang. Hierbij moet je ook goed luisteren naar de klank van de woorden: het gaat niet zozeer om de goede klinkers uit te spreken, als wel om de goede klanken te zingen die het dichtst bij de klinkers uit de tekst staan. Kiezen dus voor klankkleur, en daar je manier van zingen bij aanpassen.

Dan zijn nog 2 andere manieren om te zingen: “overdrive”, en “edge”. Deze manieren van zingen worden in de pop-, rock- en countrymuziek gebruikt.

Overdrive en edge meer bij pop en rockmuziek. (Denk maar aan het gezicht van de zanger van Bløf, Pascal, als hij achter de microfoon staat. Ogen dichtgeknepen, mond wijd open, en kijken alsof hij hard tegen z’n schenen wordt geschopt…)

En wat is nu twang???????????

Iedere keer als we bij elkaar kwamen voor de stemvorming, moesten we dat weer opnieuw ondervinden.

Het is een krachtige manier van zingen, niet persé hard (al lijkt het voor je gevoel op krijsen; krijsen is lelijk en dat is natuurlijk niet de bedoeling!)

Maar wel: voldoende ademsteun, en proberen je roepstem te combineren met je zangstem.

Als we op de dinsdagavond stemvorming hadden , lieten we twang horen, maar om het op de kooravond ook te laten horen dat is wel even iets anders. Toch moeten we het onder de knie zien te krijgen, want het geluid is zoveel mooier en krachtiger!

Ik hoop dat het ons lukt om dat voor elkaar te krijgen en dat Arno onze dirigent het verschil zal kunnen horen, evenals de mensen in de zaal als we onze concerten geven!

Els Rijken

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Dit is de eerste “online”-aflevering van de Notenkraker. Op- of aanmerkingen, aanvullingen bij ons koorblad hoor ik graag!! E-mail: smallegange.nis@zeelandnet.nl

Met groet, Joke Smallegange